Tot eind 1800: Geen ras maar type
Eeuwenlang hebben mensen honden geselecteerd op hun bruikbaarheid voor een bepaalde taak. Er ontstonden zo diverse typen honden voor diverse taken. Sommige typen ontwikkelden zich bijvoorbeeld verder tot ranke snelle jagers. Deze typen kennen we nu als Windhonden. Iedere streek had een eigen type, dat het best was toegerust voor het specifieke terrein en het klimaat. De typen werden gehandhaafd of verbeterd door hen te kruisen met andere landstypen of, zeldzamer, een van een verre reis meegebrachte hond. .
Whippet types bestonden al voor de 15e eeuw in heel Europa en sierden vele schilderijen, sculpturen, tapijten en andere kunstvoorwerpen. Wat opvalt, is dat deze kleine windhonden met verschillende vachten, met korte, ruwe of lange haren, werden afgebeeld. De Engelse Whippet is bedoeld als een verkleining van de grote maat greyhound, en waarschijnlijk gefokt met behulp van kleinere honden als (uitgestorven) Europese (kleine) maten greyhounds (ook wat nu bekend is als Italiaanse Windhond), Britse terriërs, herders en spaniëls.
Men spreekt al sinds de 15e eeuw over windhonden in drie maten, in het Frans levrier, levron en levrette, of in het Engels small greyhound, enz. Tot het eind van 1800 bestond echter het idee van raszuivere stamboekhond die alleen aan een hond uit hetzelfde stamboek mag worden gepaard, nog niet. De typen werden in stand gehouden ofwel verbeterd door andere typen in te brengen; zolang de hond meer op de whippet leek, was dat zijn aanduiding. Dat gold ook voor andere typen zoals terriërs, voordat uiteindelijk een aantal typen werd samengevoegd tot een huidig ras.
Show en standaard
De eerste showhonden waren renhonden die niet snel genoeg waren. Het fenomeen tentoonstelling werd snel populair, en de te showen honden ‘mooier’. De Britse Whippet Club werd in 1891 opgericht en erkende in eerste instantie de korthaar en de ruwhaar. Deze laatste had verschillend te benoemen vachtkwaliteiten. We mogen volgens diverse bronnen aannemen dat hieronder ook langhaar valt. De standaard werd na enkele jaren herzien en erkende alleen nog de korthaar.
Een bloemlezing:
In 1894 schreef de eigenaar van de in 1889 geboren Kampioen Zuber in de Crufts catalogus: “Zijn vacht is opmerkelijk fijn en niet in het minst ‘broken’ “(deze term gebruikt men bij bijvoorbeeld Jack Russells met een natuurlijk korte, ruwharige vacht) zoals bij de meeste Whippets.
The Whippet and Racedog, Freeman Lloyd, 1894
Lloyd zegt: “Voor de sportwhippet verkies ik een ruwharige, dikke en harde vacht. Ik vind hen beter geschikt omdat zij feller zijn en de weersomstandigheden beter aankunnen terwijl de korthaar ’s winters een jas nodig heeft en ‘s zomers een parasol. Voor de show maken de ruwharen geen kans omdat de keurmeesters liever kortharen zien.”
The New Book of the Dog, Robert Leighton, 1906
Misschien wel de allerbeste, en zeker onweerlegbare, historische verwijzing naar het bestaan van de langharige Whippet. Het hoofdstuk over Whippets is geschreven door F.C. Hignett, een Whippet liefhebber gedurende ruim vijftig jaar. Hignett zegt: “Vroeger bestonden er twee varianten van de Whippet, lang- en kortharig, maar de eerste kom je tegenwoordig nog maar zelden tegen, noch op exposities, noch op renwedstrijden. In feite zou een langharige hond geen kans maken een showprijs te winnen omdat zijn warrige uiterlijk zijn sierlijke belijning verstoort, wat een veel bewonderd en karakteristiek kenmerk is.”
Wij moeten hierbij bedenken dat de spaarzame ruwharige vacht van een kruising tussen een korthaar Whippet en een ruwhaar Terriër niet de lange warrige vacht geeft die Hignett beschrijft, maar een ‘broken’. In de New English Dictionary on Historical Principles, Vol. W 1921 – 1928 staat niet voor niets: “Whippet, een hond gefokt uit een greyhound en een spaniël.”
dr. Brian Plummer (1936-2003) zegt hierover (rond 1980): ‘Hignett maakte onderscheid tussen twee soorten whippets: kort- en langharig. Merk op dat Hignett schreef dat de “langharige” whippet “overgroeid” is. Je zou de term ‘langharig’ van Hignett kunnen interpreteren in de zin dat de auteur alleen de ruwharige variant bedoelde, maar we weten uit oude foto’s dat ruwharige whippets er niet uitzagen alsof ze ‘overgroeid’ waren. Ze hadden een nogal dunne vacht die op geen enkele manier het profiel van de hond verborg, vergelijkbaar met de Spaanse Galgo.
Hignett zag en beschreef blijkbaar whippets met vele malen meer vacht dan de typische ruwharige honden die we kennen van foto’s. We weten uit andere historische documenten dat whippetachtige honden met verschillende vachttypes, verkregen door kruising van verschillende rassen, in het midden van de 19e eeuw werden gezien voordat gesloten registers en hun gesloten stamboeken werden gecreëerd. Sommige van deze verschillende vachttypen honden hebben ongetwijfeld hun weg gevonden naar de genenpool van de whippet en legden de basis voor de huidige langharige whippet.
Privécorrespondentie van mensen die sinds de jaren twintig whippets bezitten en fokken en van degenen die ruwharige whippets daadwerkelijk hebben gezien en gekend, bevestigen het feit dat hun vacht inderdaad schaars was. Dit is niet verrassend gezien dat in Engeland, vóór de oprichting van gesloten registers, terriërs werden gekruist met kortharige whippets. Dit werd gedaan om een groter doorzettingsvermogen en meer moed te bereiken.
Anderen wier families in Groot-Brittannië al generaties lang Whippets bezitten, fokken en trainen, hebben uit de eerste hand ervaringen gerapporteerd met langharige whippets met lange, fijne, zachte vacht, vele jaren voordat deze honden weer in de VS verschenen.’
Les Whippets – Animaux de Sport, Jacques Boulenger, 1912
Boulenger zegt: “Het ontstaan van de whippet, ook wel rag dog of snap dog, is niet echt duidelijk. Het zou een kleine greyhound zijn, maar herinnert ook aan de terriër. Uit documenten is duidelijk dat voor de whippet onder andere greyhound typen en terriër typen zijn gekruist. En in Frankrijk bestond al veel eerder de ‘levron’, een van de drie maten greyhounds. Tussen 1845 en 1870 begon de raswording van de whippet. Aan het eind van die periode begon het ras duidelijke vormen aan te nemen en in 1892 opende de (Britse) Kennel Club (KC) het stamboek.
De Whippet wordt weinig geshowd, maar er wordt veel mee gerend. Aan renwedstrijden doen veel (stamboomloze) honden mee die minder aan de greyhound doen denken en meer aan de deerhound, de bulterriër en zelfs de collie. Omdat maten, gewichten en vachten zoveel verschillen, worden voor deze wedstrijden handicaps bepaald. Zoals in het verleden doggen werden ingekruist om de volharding en beet van de greyhound te verbeteren, zal men om dezelfde reden ook nog wel terriër in de whippet blijven kruisen. Op de show winnen de kleine greyhounds met kort geplukte vacht, met een maat van 40 tot 50 cm en een gewicht van 8 tot 12 kg.”
Das Große Windhunderbe, Kynos Verlag, 1930
Het vermeldt: “Ik ben getuige geweest van de stijgende populariteit van de Whippet en herinner mij nog levendig dat rond 1890 op de hondenraces en konijnenhetzen die regelmatig op de zaterdagmiddag in de regio werden gehouden vaak de meest opmerkelijke ras kruisingen, kleur- en vacht variëteiten hun opwachting maakten. Gladharig, langharig, ruwharig, ‘zottelhaarig’ (soort ruwhaar met ondervacht), zijdeharig, gegolfd harig en zelfs krulharig zoals bij de Curly Coated Retriever; variërend in maat van Fox Terriër tot Airedale Terriër, maar altijd met de gespierde karakteristieke achterhand van de Britse Greyhound, de gewelfde lendenpartij en bevedering.”
Langharige Whippets (Windsprites) worden ook genoemd in onder andere:
– Whippets, Fitch Daglish, 1964
– The Heritage of Dogs, David Hancock, 1990
– A Celebration of Rare Breeds, Cathy Flamholz, Vol. II Ch. 24, 1991
Amerika
Buiten Groot Brittannië was de Whippet populair in o.a. Amerika en Duitsland. De Amerikaanse rasvereniging werd zelfs drie jaar eerder opgericht dan de Engelse, namelijk in 1888. Na de beurskrach in 1929 kon er onder andere niet meer worden gewed op de hondenrenbaan en stierf de ruwharige whippet (die het op de renbaan zo goed deed omdat hij meer terriërtemperament had) uit. In januari 2008 herzag men (vanwege de opkomst van de Longhaired Whippet) de standaard. Over de vacht schrijft men nu: ‘kort, dicht, glad en van stevige textuur. Elke andere vacht wordt gediskwalificeerd’.